Blog / Hofstede-Groot-Schamelweke-een-streepje-geschiedenis

Hofstede Groot Schamelweke, een streepje geschiedenis

De schuur dateert van 1309 en werd in 1449 een eerste keer gerestaureerd.

Vanwaar de naam?

In de archiefstukken (1438) van de C.O.O. (Commissie voor openbare onderstand, nu OCMW) staat vermeld dat de hofstede “Groot Schamelweke” toebehoorde aan het godshuis van de heilige Geest en van het Onze-Lieve-Vrouw hospitaal van de Potterie te Brugge.

Doel

In de leefregels van de Zusters van de Potterie stond duidelijk vermeld dat de pachters van de hoeve dienden te zorgen voor de schamele “huusweken”. Met “huusweeken” werd bedoeld: de kwetsbare, de zwakke, de schamele arme medemens.

Een plaats voor telen van heel wat gewassen zoals tarwe, haver, bonen, vitsen (duivenvoer), rondzaad en kruiden. De veestapel bestond uit melkkoeien, ossen, schapen, lammeren, varkens, biggen, paarden en veulens. De opbrengst van deze hoeve werd aangewend voor het onderhoud van de behoeftigen van de Potterie te Brugge.

Na de Franse revolutie (1789) kwam het eigendom in bezit van de Burgerlijke Godshuizen, het huidige O.C.M.W. De grote bergschuur behoorde tot het omvangrijke en belangwekkende cultuurpatrimonium van het O.C.M.W. Sinds 8 september 1971 was de schuur beschermd als monument waardoor de eigenaar een beroep kon doen op overheidssubsidies.

Bouwvorm

De grote bergschuur meet vanbinnen 14,3 meter op 38 meter en heeft een nokhoogte van 12,25 meter. Ze bestaan uit een bakstenen omhulsel, een eikenhouten binnen structuur en een zadeldak met rode pannen. De bouwvorm stamt uit de prehistorie met een driebeukige sparrendakconstructie.

 

Zes steunberen en 2 hoeksteunberen verdelen de langsmuren in zeven vakken die de plaats van de 7 spanten met ankerbalken verraden. Beide eindgevels, met hoge punttoppen, zijn door 2 steunberen versterkt.

Tijdens het Interbellum (periode tussen 2 oorlogen 1919-1939) sloopte men de oostelijke topgevel. Toen werd het dak aan die zijde met een schildstuk afgewerkt.

De westgevel telt 2 cijferankers namelijk een 3 en een omgekeerde 6. De bovenste spanten worden gedragen door ankerbalken op 8 meter hoge stijlen, in de hoeken versterkt met korte en lange spruiten of schoorstukken. De overspanning tussen de stijlen meet ongeveer 6 meter. 

De kepers rusten op de muurplaten van de betrekkelijk lage langsmuren en aan ieder zijde op 5 gordingen : 

  • twee benedengordingen
  • een zware stijlplaat ter hoogte van de ankerbalken
  • een vlieringsplaat (hoogste driehoekig gebint)
  • in vlieringsplaat is een ligger of hanegording 
  • en de nokbalk

De schuur telt 1 doorrit. 

In de toekomst wordt deze prachtige schuur omgetoverd tot een unieke feestzaal voor trouwfeesten, jubilea en verjaardagsfeesten.